Interview bekende Heerlenaar: Yasmin Karssing
Rudolf van den Broek is als omwonende aan het spoor actief betrokken bij het project. Hij is steevast bij het bewonersoverleg aanwezig en volgt al het nieuws over de spoorverdubbeling op de voet. “Als ik erover nadenk, dan lopen het spoor en de rails als een rode draad door mijn leven.”
Rudolf ontvangt ons thuis in zijn knusse huis aan de Kloosterkoolhof in Heerlen. Hij neemt ons mee naar vroeger: “Mijn grootouders zijn in 1916 teruggekomen naar Nederland. Mijn opa ging in de Oranje-Nassaumijn werken. Ze gingen in Leenhof in Schaesberg wonen, vlakbij het spoor. Later, in 1976, woonde ik aan de andere kant van de kolonie, op het Plein in Schaesberg. Ik keek vanuit de keuken zo uit op het spoor. Ik wandelde veel via de Spoorstraat met de kindjes onder het spoorbruggetje door naar het Kapelerbos.” Met de kindjes doelt hij op zijn vier dochters. Inmiddels heeft hij al negen kleinkinderen en een achterkleinkind.
Straaljager
Zijn allereerste herinnering aan het spoor dateert van 5 juli 1955. Rudolf: “Ik was vijf jaar oud. Er stortte een straaljager neer in Heerlen bij het spoor, tussen waar nu de Sligro en het Tamoil tankstation liggen. De piloot, een Engelsman, kreeg problemen aan de motor.” Rudolfs oudste broer zat toen bij de militaire politie. “We gingen natuurlijk kijken, vanwege mijn broer die daar aan het werk was. Maar we kwamen er niet door want de hele omgeving was afgezet. Het was de eerste keer dat ik hier aan het spoor kwam en het bruggetje aan de Kissel zag. Dat bruggetje ligt er nog steeds. Je ziet het ook terug op oude foto’s.”
Kloosterhoolhof
Via via strijkt Rudolf in 1988 neer op de Kloosterkoolhof. In die tijd nog een doorgaande weg met aan het einde een spoorwegovergang. “Ja, dat was een driftig gepingel. De hele dag door, een paar keer per uur. Ik herinner me nog de galm door de straat.” Aan de andere kant van de straat stonden stoplichten. “Het was hier altijd druk, rijen met auto’s.” Opluchting dus toen de overweg in 1997 werd gesloten. “Op deze foto gaan we de laatste keer het spoor over,” vertelt Rudolf en wijst naar een foto. “Hiervoor in de plaats kwam de Mijnspoorweg, onder meer om de Schaesbergerweg te ontlasten. Aan het einde van de Kloosterkoolhof werd een doorzichtige geluidswand geplaatst. Voor ons gevoel aan de verkeerde kant van het spoor. Het had iets te maken met het licht van tegemoetkomende auto’s. Of juist de trein? Enfin, we vonden het een vreemd verhaal. We hopen dat we er nu iets mooiers voor terugkrijgen. En nu wel aan onze kant.”
Post 16
Vroeger. Rudolf weet er nog alles van. “Toen de overweg er nog was, stond hier Post 16. Daar zat de seinwachter, die onder meer de wissels bediende.” Dan lachend: “Ach, daar hoort nog een leuk verhaal bij. Mijn toenmalige buurman John werkte als seinwachter op Post 16. Dat was een behoorlijk saaie baan. Hij had ook avond- en nachtdiensten en dan gebeurde er natuurlijk heel weinig. Op een avond was hij van verveling in slaap gesukkeld. Stond er een trein te wachten, die kon natuurlijk niet verder. Zonder seinwachter, geen treinverkeer. Ja, daar heeft hij toen een behoorlijke reprimande voor gekregen.”
Dubbelspoor
Rudolf kan zich ook nog herinneren dat er vroeger dubbelspoor lag. “Voor de ON-mijnen is dubbelspoor aangelegd. De mijnen zijn in de jaren zeventig afgebouwd, maar dat dubbelspoor is nog wel even blijven liggen.” Dan mijmerend: “Ongelofelijk hoe het de mijnen in zo’n korte tijd is gelukt zo’n spoortraject neer te leggen. Hoe lang duurt het nu eer er een directe verbinding met Aken tot stand komt?” Het gaat hem te langzaam. “Kijk naar hoe fijn de verbinding met Maastricht is. Eigenlijk moet dat richting Aken toch ook kunnen? Natuurlijk, er komt qua techniek wel heel wat bij kijken. Maar we kunnen tegenwoordig zoveel.”
Rails
Zijn opleiding tot machinebankwerker volgde hij bij de Oranje-Nassaumijn. “Ik deed de Technische Vakschool en werkte van 1966 tot 1971 bovengronds. Ik onderhield en repareerde machines. Op een blauwe maandag mocht ik uithelpen in de hal waar de locomotieven werden onderhouden. Dat was prachtig om te zien.” Na de mijnsluiting ging hij iets heel anders doen. “Ik ging liften bouwen en daar heb je ook rails. Alleen de andere kant op,” lacht Rudolf. “De geleiders, die ik de rails noem, zijn de basis van een lift.” Hij deed het werk tot 1982 en is inmiddels al een aantal jaar met pensioen.
Betrokken
“Ik weet dat het hier in de buurt al sinds 1999 onrustig is, als het gaat over goederenvervoer,” zegt Rudolf. Hij is lid van de Belangengroepering Leefgemeenschap Schaesbergerweg en nam in 2009 zitting in de werkgroep Spoor. “We wilden weleens weten wat er nu eigenlijk speelt. Of we ons echt ongerust moesten maken. Want het bleef altijd zo in de lucht hangen.” De werkgroep ging het gesprek aan met de provincie en de gemeenten, maar het werd maar niet concreter. “Zo is mijn map ‘spoor’ ontstaan”, lacht Rudolf en hij laat ons een flink dossier zien met allerlei notities, foto’s en knipsels. Hij vervolgt: “In 2016 was de kogel door de kerk aangaande de spoorverdubbeling. We staan het personenvervoer niet in de weg, maar dat onderbuikgevoel over goederenvervoer borrelde weer op.” Sinds vorig jaar is er het contact met de omgevingsmanager Spoorverdubbeling Heerlen-Landgraaf. “Daar zijn we blij mee. Het wordt nu eindelijk wel concreter en wij worden daar als omwonenden bij betrokken. En dat is fijn.”